Residentie Assurantie Maatschappij (RAM)

Op 31 oktober 1966 werd DZP 100% eigenaar van het totale aandelenpakket, met een nominale waarde van ƒ 225.000, van de “Residentie Assurantie Maatschappij” (RAM), die voorheen gevestigd was in de Anna Paulownastraat 67 te Den Haag. De RAM legde zich vooral toe op bromfiets polissen.

Hoofdkantoor van de Residentie Assurantie Maatschappij
RAM, Anna Paulownastraat, Den Haag


Ten tijde van de overname bestond de directie uit de heren F.J. van der Zalm en B.J. Eysink.

In de Amfassadeur van april 1971 stond een vermakelijk verhaaltje over de RAM. Leest u even mee?

DE PRILLE HISTORIE VAN 19 JAREN.

In 1950 rinkelde er in een Haags kantoorgebouwtje een telefoon. Het was de telefoon van de Haagse glasverzekeringmaatschappij “Mercedes”. De telefoon werd door enigszins vergrijsde kantoorbediende van de haak genomen en, zoals reeds te verwachten was, betrof het de schokkende tijding dat er alweer glasschade viel te melden die met onfeilbare zekerheid aan de debetzijde van de Mercedes boeken zou moeten verschijnen. Aangezien het reeds de derde melding op die al 5 kantooruren tellende dag was en gememoreerde kantoorbediende een aangeboren boekhoudkundige vrees vertoonde voor een debetzijde in het algemeen en de lengte van het rijtje creditposten in het bijzonder, repliceerde hij als volgt op de Jobstijding:
“Een ruitje uit de keukendeur? Dat heb je nou van dat gegooi met die deuren! Daar valt toch immers niet tegen op te verzekeren!”
En 's mans purperen gelaatskleur verried nogal veel omtrent de deplorabele toestand waarin zijn zenuwgestel verkeerde. Overigens was Wallstreet nu ook niet bepaald onrustig te maken door de financieel-economische manipulaties van de Mercedes.

De Residentie Assurantie Maatschappij N.V. verscheen in 1951 ten tonele. De zakelijke activiteiten van de Mercedes en haar employé werden zodoende beëindigd, het leven van de laatste zodoende op maatschappelijk rustiger zijspoor rangerend.

De RAM stond op haar hernieuwde poten. Met een premie-inkomen van ƒ 800,-- in een heel jaar. En keek om zich heen om het oog onmiddellijk begerig te laten rusten op het steeds groeiende bromfietslegioen. Met enthousiasme en overredingskracht ging de RAM een poging doen de bromfietsverzekeringsmarkt te veroveren. Dat lukte aardig, al bracht de snelle groei van de bromfietsportefeuille consequenties mee op administratief en schaderegelingsgebied die nogal wat perikelen opleverde.

In die tijd (bijvoorbeeld de jaren 1958-1963) had de RAM zich nogal te weren tegen vaak al te op het financiële vlak “brommende” bromfietsreparateurs van cliënten en tegenpartijen. Toen kwamen ook de heftigste discussies aan de RAM balies voor, met niet alleen figuurlijk, maar soms ook letterlijk, het mes op tafel. Als erfenis uit die tijd kan de RAM employé van nu daarom soms nog aan een zeker “strijdbaar enthousiasme” worden herkend. Van die periode zijn ook de leukste herinneringen bekend, omdat elke dag de “stem des volks” aan de balie zijn agressie, zijn hebzucht en zijn humor (vaak onbewust) kwam spuien.
Bijvoorbeeld het span Jansen en Pietersen (verzekerde en tegenpartij), die van een politioneel en justitieel onderzoek hadden afgezien en het gezamenlijk “voor de verzekering kwamen gooien”, daarmee de RAM en passent tot juridisch college verheffend.

En de man aan de balie bij het invullen van zijn schadeformulier als antwoord op vraag 19 (“Wie draagt naar uw mening de schuld?”), met een religieuze zekerheid die jaloers zou kunnen maken de heilige Petrus de schuld gaf, omdat deze de in alle eer en deugd brommende RAM cliënt op de beregende tramrails had laten slippen.

Aardige voorvallen, die het persoonlijke contact dat de RAM met haar cliënten heeft nog wat aantrekkelijker maakt. Dat persoonlijke dat heden ten dage nog sterk wordt onderhouden is overigens een typische RAM specialiteit.
De verzekerde vindt het prettig dat een bepaalde polis of schadezaak persoonlijk kan worden bepleit. En het RAM agentencorps heeft voor het merendeel geen bezwaar tegen dit historisch gegroeide gebruik. Integendeel, men weet dat de belangen van de agent nooit uit het oog worden verloren, zodat veel van onze tussenpersonen het “balie” bezoek zelfs stimuleren.

Maar keren wij terug tot de RAM geschiedenis.

Na de bromfietsperiode werd de RAM wat volwassener en kon zich meer en meer op het vlak van de autoverzekeringen gaan begeven.

Niet zonder succes.
De RAM groeide in 19 jaar van een premie-inkomen van ƒ 800,-- tot een premie-inkomen van ƒ 8.000.000,--

Toen vond ze een moeder!

De Assurantie Maatschappij “De Zeven Provinciën” zette deze stap op adoptief terrein, een terrein dat, naar wij mogen aannemen, voor haar onbekend was. Voor de doorsnee RAM employé hoefde het overigens allemaal niet en dat maakt de RAM aanvankelijk tot een wat achterdochtig aangenomen kind.
Maar DZP toonde zich een moderne moeder die haar dochter zoveel mogelijk vrijheid geeft, wat overigens zeer wordt gewaardeerd.
De RAM is een loyale dochtermaatschappij, die met haar ca. 50, voor het merendeel jonge medewerkers, zich speciaal beweegt in de z.g. benzinebranche.

Ze heeft een trouwe kring tussenpersonen, een kring die gestadig wordt uitgebreid door vasthoudende activiteiten van haar buitendienstemployés.

G.M. Verlaan
(Dir. RAM)”